De training Kindertalentenfluisteraar – een gesprek tussen een trainer en een deelnemer

De kracht van talentenfluisteren en de waarde van de talentenbril.Fluisteraar logo

Het gaat in het onderwijs vaak over complexe hulpvragen van een kind, over de zorgen ten aanzien van cognitieve zaken als lage CITO-scores waar aan gewerkt moet worden. Er wordt gepraat over storend gedrag van kinderen en welke interventies moeten worden ingezet. We overleggen over zorgen in de sociaal emotionele ontwikkeling. Of over….. vul maar in. Hoe anders is het als je met de talentenbril kijkt naar het kind zelf, naar de krachtige kern. Dat geeft positieve ervaringen die zorgen voor veerkracht en een opgeladen innerlijke batterij. Het geeft energie en blijdschap als je ontdekt wat je talenten zijn, ze vaak kan inzetten en de ander jouw unieke talent ziet en benoemt.

Tijdens de driedaagse training talentenfluisteraar georganiseerd door de Stadkamer in Zwolle leert Greet het gedachtegoed van Luk Dewulf en Els Pronk kennen. Deze trainingen hebben de afgelopen jaren meerdere keren plaatsgevonden, waardoor er in Zwolle een groot netwerk van talentenfluisteraars is ontstaan. Nienke Bouwman van IJsselgroep is één van de trainers en Greet is één van de deelnemers. Greet en Nienke gaan met elkaar in gesprek over de waarde en betekenis van het talentverhaal. En ze dromen hardop wat werken vanuit talenten kan betekenen voor het onderwijs en voor andere plekken waar mensen elkaar ontmoeten.

       

LucdeWulf  Els Pronk 
 Luc Dewulf  Els Pronk

 

Zwolle krijgt als eerste stad in Nederland het predicaat ‘Talentenstad’. De conferentie ‘Zwolle kiest voor Talent’ dat op 27 november 2020 zou plaatsvinden, is verplaatst naar 5 maart 2021. Maar het werk van de talentfluisteraars gaat ondertussen gewoon door. Op allerlei plekken in Zwolle en ook in de rest van Nederland en Vlaanderen.

 

 

Greet: Tijdens de trainingsdagen vertelde jij vol passie over het kijken met de talentenbril. Dat maakte dat ik enthousiast werd en er graag meer over wil weten. Om te beginnen: hoe kwam jij in aanraking met talentgedreven werken?

Nienke: In 2016 hoorde ik Luk Dewulf tijdens een lezing vertellen over zijn benadering van het begrip talent en over het project kindertalentfluisteraar. Dat verhaal raakte me, het was een bevestiging van een zoektocht die ik al heel lang had.

In mijn werk met begaafde kinderen en met het landelijke project Toptalenten hield ik me bezig met het kijken naar prestaties, naar het cognitieve element. In een klas waren misschien vijf kinderen die een toptalent hadden, maar hoe kijk je dan naar de rest van de groep? Ook op de scholen merkte ik dat mensen het onprettig vonden om kinderen zo in hokjes te plaatsen. Ik wist al langer dat het thema sociaal emotionele ontwikkeling een richting was die ik verder wilde ontdekken. Bij het verhaal van Luk voelde ik dat zijn talentverhaal was waar het onderwijs op zit te wachten. Bij het kijken met de talentenbril gaat het juist niet om prestaties, maar om wie je bent en waarin jij het verschil maakt. Je kijkt niet naar een select groepje in een klas, maar naar iedereen vanuit de gedachte: wat kun jíj brengen door te zijn wie jij bent.

Als die basis eenmaal goed is, kun je verder kijken naar: waar zou jij met inspanning kunnen komen en welke prestaties kun jij geven. Het gaat in het onderwijs vaak over didactiek, terwijl voor mij het pedagogisch aspect juist zoveel waarde heeft. Met het talentverhaal komt pedagogiek en aandacht voor de emotionele ontwikkeling prachtig samen en dit deel ik graag tijdens de trainingen die ik geef.

 

Nienke: Ik ben benieuwd waarom jij hebt meegedaan met de training en wat je er nu mee doet.

Greet: Mijn eerste kennismaking met de talentkaarten van Luk Dewulf was bij mijn oud-collega Corine Blom. Als ambulant begeleider van Expertiseteam de Twijn gebruikt ze de kaarten bij de gesprekken die ze heeft met kinderen. Vol enthousiasme vertelde ze mooie ervaringen over het werken vanuit talenten en liet me de Talenten Toolbox zien. Ze pakte een paar kaarten, gaf me eentje en vroeg of ik het herkende als mijn talent. Ik voelde bij het lezen van de tekst dat er vanbinnen iets gebeurde. Ik werd geraakt en dacht: ja, dat ben ik! Het klopt wat er staat: van dat talent word ik zo blij en wil er graag meer van doen. Ook de afbeeldingen op de kaarten vond ik geweldig en maakten me aan het lachen. Die ervaring smaakte naar meer en zo ontstond mijn nieuwsgierigheid om me op te geven voor de training. Deze benadering is een bevestiging van hoe ik graag naar mensen wil kijken. Het is ook hoe ik graag wil dat leerlingen later op mij terugkijken: ‘ze zag me zoals ik ben’.

Na bijna dertig jaar lesgeven in het speciaal onderwijs ben ik op zoek naar ander werk. Het talentgericht werken wil ik graag meenemen in mijn nieuwe baan. Als leerkracht was het voor mij een belangrijke drijfveer om een kind te zien als een uniek individu. Zorgvuldig kijkend naar elk kind, ze bemoedigen bij die dingen die lastig voor hen zijn, benoemen wat wél goed gaat en ze zo sterker en meer zelfverzekerd maken. Terugkijkend had ik graag de talentkaarten en de daarbij behorende werkvormen gehad om meer taal te kunnen geven aan het talent van ieder kind. Ik gun kinderen én volwassenen dat wat mij overkwam tijdens het lezen van die talentkaart: je voelt dat je talent wordt gezien. En je wordt je meer bewust van datgene wat je energie geeft en blij maakt.

IMG 9381 1  Schermafbeelding 2018 05 22 om 20.26.57

Greet: Had jij in je schoolperiode iemand die jouw talenten zag en benoemde?

Nienke: Nee, dat heb ik niet gehad. Ze zagen het misschien wel, maar er werd geen taal aan gegeven. Er werden wel complimenten gegeven, maar die hadden te maken met prestaties. Hoe was dat bij jou Greet?

Greet: Ik herinner me ook dat er aandacht was voor leerprestaties. Eén meester had een beloningssysteem met stickers en kaarten. Dat gaf frustraties bij kinderen die minder goed konden leren en daardoor geen beloningen kregen. Geen goed voorbeeld van talentgericht werken! Ik denk dat mijn negatieve ervaringen van mijn lagere schoolperiode wellicht mee hebben gespeeld in mijn drijfveer om als leerkracht juist anders naar een kind te kijken.

 

Greet: Is werken vanuit talentgericht denken heel anders dan wat er al gebeurt op de scholen? Sluit het aan bij een methode, zoals bijvoorbeeld de Kanjertraining?

Nienke: Ja, het talentverhaal kan goed ingezet worden naast de Kanjertraining. Bij het talentverhaal ga je uit van jezelf als gereedschap. Tijdens de training ervaar je hoe het werkt als je kijkt naar wie je bent, wat jou blij maakt, waar je graag meer van wilt doen. En hoe het voelt als er op deze manier naar je wordt gekeken. Die ervaring mag je dan zelf gebruiken op jouw werkplek.

Voor mij gaat het in het onderwijs over de ontmoeting tussen leerkracht en leerling, nog meer dan over de leerkracht die de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen begeleidt. Het gaat om wat er tussen jou en het kind gebeurt, want jij bent de hele dag pedagoog. Jouw houding, je woorden, je blik is zo belangrijk voor de kinderen. Ik merk dat leerkrachten opgelucht zijn tijdens de trainingen dat je op die manier onderwijs mag geven. Het talentverhaal geeft handen en voeten aan wat veel leerkrachten willen zijn voor de kinderen.

Greet: Ja dat herken ik! Het maakt je blij om zo te kijken naar de ander. Het is de blik zoals ik zelf gezien wil worden. Ik merk dat ik de talentenbril ineens op allerlei plekken inzet. Tijdens gesprekken met anderen komen er regelmatig namen van de talentkaarten in mijn hoofd die ik meen te herkennen in de ander. Zelfs bij de kassa in de Albert Heijn zorgde dat voor een prachtig gesprek. Er zat verband om mijn hand door een ongeluk. De kassière zag het en vroeg wat er was gebeurd. Ik vertelde dat ik dom bezig was geweest toen ik de ontsnapte kat van de achterburen had willen vangen. Het van achteren vastpakken van een kat die net onder de coniferen verdween leverde een bloederige hand op. Ik herhaalde nog een paar keren dat ik dom, dom, dom was geweest. De kassière keek me aan en zei dat ik dat niet over mezelf moest zeggen. Ze vond het een naar woord. Ze zei: “Je hebt je reddingsactie toch uit goede bedoelingen gedaan?”

Het voelde fijn dat ze mijn actie zo positief kaderde. Toen ik de winkel uitliep merkte ik dat het gesprekje me blij had gemaakt. De keer erna zat ze weer achter de kassa en vroeg belangstellend hoe het met me ging. Ik vertelde wat haar woorden van ons vorig gesprek met mij hadden gedaan en dat ik vond dat ze een talent van bemoedigen had. Daar kreeg zij een glimlach van op haar gezicht. Dat kon ik gelukkig zien, want het was nog in de pre-mondkapjes periode. Ik weet niet meer of ik de term ‘positivo’ van de talentkaart heb benoemd. Wel vertelde ik haar over de talententraining die ik deed en hoe mooi het is om zo naar de ander te kijken. Ze luisterde geïnteresseerd. Misschien ga ik haar nog eens uitnodigen voor een talentgesprek!

 

Nienke: In de training Talentenfluisteraar wordt veel aandacht besteed aan de positieve psychologie. In plaats van te focussen op tekorten richt je de aandacht juist op het talent, op het ontwikkelen van sterktes. Wat gaat er wél goed. Daarbij speelt de wens om te groeien een grote rol. Dat verlangen wakker je aan door met het kind te focussen op succeservaringen. Dat maakt het talentgericht werken zo krachtig.

Greet: De een-op-een talentgesprekken zijn zo waardevol om te doen. Alleen vraag ik me af hoe leerkrachten dat praktisch kunnen organiseren. Ik weet dat je als leerkracht wel aan de slag wilt gaan met zulke mooie ideeën, maar dat de praktijk vaak zo weerbarstig is. Gelukkig zijn er ook veel andere werkvormen waarmee je de talenten kunt inzetten. Maar toch…. een talentgesprek met een kind geeft zo’n fijne verbinding.

 

Nienke: Dat klopt, het ideaal zou zijn om twee keer per jaar een talentgesprek te hebben met iedere leerling. Op veel scholen lukt dat niet, dan moet je de lat lager leggen. Met sommige kinderen heb je al een echt contact, die zijn ontspannen en authentiek. Zij laten je zien wie ze zijn, bijvoorbeeld door een verhaaltje dat ze ’s morgens bij binnenkomst aan je vertellen. Voor hen kun je al goed van betekenis zijn en is er een lijntje. Maar bij de kinderen waarbij er veel gedrag ‘voor’ zit, of de kinderen waarbij je je afvraagt of er wellicht meer aan de hand is, kan een talentgesprek waardevol zijn. Het kan je helpen om samen het schooljaar goed door te komen en zorgt voor een bijzondere verbinding tussen jou en het kind.

Het talentgericht werken is de hele dag inzetbaar. Tegen de doordenker zeg je: “Ben jij nog even lekker aan het doordenken over de rekensom?” Of na een samenwerkingsopdracht: “Ik zag dat je een stille helper was in je groepje!” Het werkt het best als je ieder jaar de talentkaarten in de klas hebt hangen en regelmatig een ‘talentenreceptie’ doet. De opdracht is dan: pak een talentenkaart die bij je past, loop rond, maak tweetallen en vertel elkaar over jouw talent. Ook kun je als je een momentje over hebt de kinderen de opdracht geven: pak allemaal een talentkaart voor degene die links van je zit en vertel wat er zo fijn was toen dat talent werd ingezet met het samenwerken.

 

Greet: Wat is het geweldig dat er al zoveel talentenfluisteraars zijn in Zwolle. Zijn er nog nieuwe plannen waar jullie mee bezig zijn?

Nienke: Steeds meer scholen, van basisonderwijs tot hogeschool, zijn bezig met vervolgtrainingen. Het is als een lelieveld dat zich verspreidt. Ook in de kinderopvang is enthousiasme, in IKC’s werken zij samen met basisscholen aan talentgedreven opvang en onderwijs.

Greet: Prachtig om te horen! Ik ben nog wel benieuwd wat jouw droom is als je denkt aan de toekomst. Wat hoop je dat het talentgericht werken teweeg zal brengen?

Nienke: Mijn hoop is dat je uiteindelijk gaat merken dat er minder kinderen met de Jeugdzorg in aanraking komen. Dat zal langer duren dan een paar jaar, maar toch…. dat is mijn droom.

Dat reikt verder dan het onderwijs. Het betekent ook dat er met een andere blik wordt gekeken naar een kind als het met de ouders bij de huisarts komt. Of een leerling die in een zorgteam wordt besproken. Dat het startpunt zal zijn dat er allereerst wordt gekeken wat er áchter de problematiek zit, naar het authentieke deel van het kind, en dat dat wordt versterkt voordat er wordt gewerkt aan die zaken die niet goed gaan.

Greet: Ik herken uit mijn werk in het speciaal onderwijs hoe je naar dat opvallend gedrag kan worden ‘toegezogen’. Dat het ingewikkelde gedrag veel energie kan vragen en het een hele klus is om te kijken naar het kwetsbare deel áchter dat dat gedrag.

Nienke: Gedrag vraagt inderdaad veel energie, het trekt de aandacht naar zich toe. En dat zorgt ervoor dat de leerkracht, de orthopedagoog of een zorgteam druk bezig is met de vraag: ‘Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit kind dat gedrag niet meer gaat doen?’ En vergeten dan te kijken naar: ‘Wie is dit kind? Hoe kunnen we de authentieke kern van het kind versterken?’ Als je daarmee start, begin je zoveel krachtiger. Je hebt een keuze: kijk je naar het gedrag wat je liever niet zou zien of kijk je naar het gedrag wat je groter zou willen maken? Het talentgesprek kan in elk traject worden ingezet. Je betrekt het kind erbij door te vragen: wat zou voor jou helpend zijn? En: wat vind jij lastig? Maar ook: wat vind jij een fijne schooldag, hoe ziet die eruit? Wat doe jij dan allemaal? Of: wat vind jij een fijn uur op school en met wie ben je dan? Als je het kind sterker maakt, ontstaat er weer een positieve spiraal. Niet alleen bij het kind, maar bij iedereen: bij school, ouders en het gezin.

Greet: Dat is een prachtige manier om het kind serieus te nemen en samen te kijken wat nodig is. Er kunnen zaken zijn op school of thuis die ingewikkeld zijn en waar iets mee gedaan moet worden. Maar als dit je leidraad en je uitgangspunt is, dan kan een kind veel aan. En heeft het ook meer energie om aan die leerpunten te werken.

Kindertalentenfluisteraar bloempotten.jpg

Nienke: Precies! En dan staat een kind er ook voor open om tegen jou te zeggen: “Dit lukt nog niet goed, wil je me daarbij helpen?” En als jij een lijntje hebt met een kind, mag jij zeggen: “Ik zie dat dit nog niet goed gaat. Zie jij dat ook?” Als je de talenten van een kind weet en herkent, kun je bedenken wat hem of haar in beweging zet. Ook op die lastige momenten.

 

Greet: Als laatste nog de vraag aan jou: van welk talent van jezelf word jij het meest blij? En kun je dat inzetten in je werk? 

Nienke: Het talent ‘herkauwer’! En ja, die zet ik graag in tijdens mijn werk. Door de talentkaarten ben ik anders naar mezelf gaan kijken. Eigenschappen van mezelf die ik eerst wat wegmoffelde, omdat ik dacht dat ze niet handig waren in mijn werk, kan ik nu wel zien als waardevol. Bijvoorbeeld dat ik goed kan luisteren of later terugkom op zaken die eerder zijn besproken. Eerder dacht ik dat je als trainer meer extravert zou moeten zijn. Nu weet ik dat ik met mijn eigen talenten en met het feit dat ik meer introvert ben juist ook wordt gewaardeerd.

Greet: Dat kan ik zeker beamen dat jij een prettige trainer bent! Dat was ook een reden waarom ik graag met je wilde doorpraten over dit interessante onderwerp. Als mede-herkauwer heb ik veel nagedacht over de trainingsdagen en vond het heerlijk dat ik als kennisspons zoveel boeiende zaken van je mocht horen. Ik ga als woordkunstenaar proberen een tekst te maken van ons gesprek. Dankjewel Nienke, voor het vertellen over je passie en je droom!

© Greet Dwarshuis  19-11-2020

 

Meer weten?

Heb je vragen of wil je meer weten over talent en de dienstverlening van IJsselgroep op dit gebied? Neem contact op met Nienke Bouwman via 06 14 00 36 34 of nienke.bouwman@ijsselgroep.nl