Praktijkverhaal Auris Hildernisseschool

'Thinking for Learning' concretiseert 21ste eeuws onderwijs. Ook voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis.Logo

Logopedist Romy: “Ik was sceptisch, maar toen ik aan de slag ging, viel ik van de ene verbazing in de andere…. ”

Op de Auris Hildernisseschool in Rotterdam zitten leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Een gepassioneerd team van leerkrachten en logopedisten zet zich in om het beste uit deze leerlingen te halen en hen voor te bereiden op hun toekomst. Naast de ingezette expertise op het gebied van taal, blijkt Thinking for Learning dé succesformule voor de training van 21ste-eeuwse vaardigheden. Daarnaast levert het een extra bijdrage aan het verrijken van de taalvaardigheid. Een gesprek met het team van één van de Auris cluster 2 scholen die het speciaal onderwijs op alle fronten speciaal maakt!

Auris is een instelling die voorlichting, diagnostiek, behandeling, dienstverlening en onderwijs verzorgt voor mensen die doof of slechthorend zijn, en/of een taalontwikkelingsstoornis hebben. De Auris Hildernisseschool is een school voor leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Leerlingen met een TOS hebben moeite met taal op allerlei fronten. Het is de dagelijkse praktijk voor Romy van der Laan, logopedist op de Hildernisseschool: “In de onderbouw is articulatie vaak een probleem. Er zijn leerlingen die niet of nauwelijks spreken. De zinsbouw is vaak zwak en de passieve en actieve woordenschat beperkt. Alles staat het ‘normaal’ communiceren in de weg. Ik heb gemerkt dat geen TOS hetzelfde is. Ieder kind heeft een eigen probleem en een eigen aanpak.”

Zwaarste ondersteuningsbehoefte

Janneke van der Vliet is bovenbouwleerkracht op de school: “We hebben behoorlijk wat expertise inmiddels. Waar we vroeger leerlingen binnen kregen met ‘alleen een TOS’, zien we ook steeds meer gedragsproblematiek en een lager IQ. Ik heb een loopbaan vol uitdagingen!”

Madeleine Stassen, regiodirecteur van Auris-West en directeur van de Hildernisseschool, vult aan: “Met de komst van passend onderwijs maken we gebruik van de richtlijn toelaatbaarheid van Simea (brancheorganisatie cluster 2) waar de onderwijsbehoefte van de leerlingen en de ondersteuningsvraag van de leraar en de school centraal staan. Als het kan, begeleiden wij leerlingen in het regulier onderwijs.” De Hildernisseschool heeft de ambitie om leerlingen verantwoord en zo snel als mogelijk, weer in hun eigen omgeving naar school te kunnen laten gaan. Waar dat nodig is, vindt ondersteuning van Auris-ambulante dienstverlening plaats.

21ste -eeuwse vaardigheden

Madeleine: “Leerlingen komen veelal in groep 1 bij Auris binnen. Tot ongeveer 8 jaar is de ontwikkelingsgevoeligheid voor taal het hoogst. Dat betekent dat we in die eerste jaren het onderwijs volledig om taal heen willen bouwen. Voor onze oudere leerlingen in de school ligt het accent op communicatieve redzaamheid.” Maar Madeleine en haar team willen nog meer:  “We willen de leerlingen ook voorbereiden op het leven in de maatschappij en op hun loopbaan binnen regulier onderwijs. Veel leerkrachten gaven al aandacht aan dit aspect, maar deden dat allemaal op hun eigen manier. We waren het er over eens dat 21ste-eeuwse vaardigheden cruciaal zijn voor onze leerlingen en dat werd de focus voor training van het team.”

Samen met IJsselgroep ontwikkelde Madeleine een programma van anderhalf jaar waarbinnen het hele team, van onderwijsassistent tot leerkracht en logopedist, werd opgeleid in de ins en outs van werken met 21ste-eeuwse vaardigheden. Er lag vanaf het begin een belangrijke focus op de vertaalslag naar praktische werkvormen in de klas: hiervoor zette men al snel de tools van Thinking for Learning in.

Scepsis

Janneke: “Madeleine was enthousiast, maar binnen het team zagen veel mensen de bekende beren op de weg. Ik ook. Ik hoorde alle informatie over Thinking for Learning aan en kreeg vraagtekens bij de focus op taal: leerlingen zouden nóg meer met elkaar moeten communiceren terwijl dat voor een kind met een TOS al zo ingewikkeld is. Dat werd wel een opgave, leek me.“

Ook trainer en adviseur Peter Harkink van IJsselgroep stond voor een uitdaging: “IJsselgroep had ervaring met Thinking for Learning op één SBO-school. Ik zag het wel voor me met leerlingen met een TOS, maar voelde de scepsis. Aan het begin van het traject had ik een lijn gemaakt door de gang van de school: van 0 tot 10. Op mijn vraag hoe het team dacht over het mogelijke succes van Thinking for Learning, scoorde zeker 50% tussen de 0 en 5. Toch heb ik het team verleid tools uit te gaan proberen in de klas. Een maand later gaf 80% van het team aan dat hun vertrouwen scoorde tussen de 5 en 10. Een groot verschil!.”

Romy: “Ik was ook sceptisch, vroeg me af of dit wel zou gaan werken met onze leerlingen. Toen ging ik aan de slag en viel ik van de ene verbazing in de andere: leerlingen gingen de tools van Thinking for Learning al snel herkennen en gingen aan het werk, zelfstandiger dan ik ooit gezien had. Zij zagen geen probleem, het probleem zat in ons hoofd.” Janneke: “Onze visie was altijd dat we moeten denken in kansen en mogelijkheden van leerlingen. Wie waren wij dan om te zeggen dat ze dit niet kunnen?”

Werkvormen met betekenis

Janneke ging in haar klas aan de slag met de tools: “Ik herinner me een ochtend over de Berlijnse muur. Ik had vijf foto’s bij me en liet de leerlingen vertellen wat ze zagen. Vervolgens moesten ze op zoek naar het verband tussen de foto’s. En zo kwam er vanzelf een gesprek op gang over de Berlijnse muur: wat weten we al? Welke vragen hebben we? Hoe vinden we de antwoorden? Voorheen zou ik een zendend lesje geschiedenis gegeven hebben. Ik merkte al snel dat deze werkvormen van zoveel meer betekenis zijn, juist ook voor onze leerlingen! Leerlingen beleven de materie en vergeten het daarom nooit meer.”

Romy: “Zo makkelijk als Janneke het deed, was inspirerend om te zien. Ik moest langer zoeken. Ik vroeg me steeds af welke tool ik kon inzetten en hoe ik dat dan aanpakte. Op een dag voelde ik wat de richting moest zijn: Ik deed in een bovenbouwklas de ‘diamond ranking’: leerlingen moesten opnoemen wat belangrijk is voor een politieagent. Daarna zette ik een tool in waarbij leerlingen op een lijn moesten staan in de volgorde van welke delicten erger waren dan andere en moesten ze bedenken welke straf passend zou zijn. Dat leverde veel argumentatie op, van binnenuit! En taal!”

Dieper nadenken

Janneke: “Eén van mijn favoriete werkvormen is ‘De foto van de dag’. Ik neem een foto mee uit de actualiteit en vraag simpelweg wat de leerlingen zien. Leerlingen die naast een TOS ook een vorm van autisme hebben, nemen die vraag letterlijk en kunnen dus ook een ‘goed’ antwoord geven. Andere leerlingen komen meer tot hun recht als ze moeten nadenken over wat ze níet zien. Als je dit soort vormen dagelijks gaat toepassen, train je de leerlingen om dieper na te gaan denken, op alle vlakken. En daar gaat het natuurlijk om.”

Madeleine: “Janneke past de tools in alle vakken toe en heeft dat vaak niet eens meer door. Dan heeft ze thuis haar tuin open liggen omdat er een nieuw terras moet komen en dan laat ze de leerlingen ontwerpen maken vanuit verschillende formaten.”

Janneke lacht: “Ja, ze waren een week bezig met maatvoering, materialen en kostenberekeningen. Eigenaarschap en samenwerking werden getraind. Een vraagstuk aangaan, maakt zoveel meer betrokken dan een verhaal aanhoren.”  Lachend: “Ik moest natuurlijk wel een foto van mijn terras laten zien toen het klaar was.”

Effectieve leertijd

Inmiddels is de school een aantal jaar op weg met de training van 21ste-eeuwse vaardigheden en de inzet van Thinking for Learning tools voor hun leerlingen met een TOS. Romy: “Leerlingen zijn nog meer gegroeid in het vormen van een mening en durven deze veel beter te laten horen. Ik denk dat het komt omdat ze meer vertrouwen hebben gekregen in de waarde van hun mening: ze zijn immers veel denkstappen doorgegaan en roepen dus niet zomaar wat. In de bovenbouw zie ik meer discussies: leerlingen gaan tegen elkaar in en kiezen bewust hun eigen pad.”

Janneke: “Fysiek is er ook veel veranderd. Omdat onze leerlingen door hun TOS moeite hebben om zich te uiten, namen ze voorheen fysiek veel ruimte in. Vroeger gingen ze al gauw om zich heen slaan. Nu ze veel samenwerken, zijn ze fysiek dicht bij elkaar en zijn ze gewend om dus te gaan praten, de verbinding aan te gaan. Dat geeft rust.”

Madeleine: “Nu we een paar jaar verder zijn, zie ik dat door Thinking for Learning de uitdaging voor taal en communicatie bij onze leerlingen nog groter is geworden. Daarnaast is ook de effectieve leertijd toegenomen: leerlingen zitten alert in de klas, leergierig en zijn betrokken bij elkaars gedachtegoed. Ook mijn team heeft zich ontwikkeld: ziet meer mogelijkheden en dat geeft energie. Leerkrachten die in mogelijkheden denken en steeds weer durven veranderen voelen zich hier thuis.”

Succesfactor

Naast de enorme inzet van het team, schrijft Madeleine het succes ook toe aan IJsselgroep: “Ook voor Peter was de inzet van Thinking for Learning in cluster 2 onderwijs nieuw. Echter: Peter spreekt de taal van mensen in het onderwijs en is altijd in dialoog: hij wil weten wat mensen op de werkvloer ontdekken en reflecteert daarop vanuit zijn kennis. We ontwikkelden samen.”

Janneke: “Studiedagen vond ik nooit zo’n feestje, maar dat veranderde hiermee wel. De materie is buitengewoon boeiend. De coaching op de werkvloer heeft mij ook veel vertrouwen gegeven in mijn aanpak. Het leukste vind ik dat ook leerlingen door hebben dat ze stappen zetten en dat benoemen naar elkaar: ze reflecteren en maken zo hoorbaar wat er wordt geleerd.”

Loslaten

Naast de successen, zijn er ook hobbels. Madeleine: “Dat zit vooral op het vlak van loslaten. Leerkrachten waren gewend om methodes te volgen en nu doen we een appèl op hun professionaliteit en het lef autonoom te handelen.” Romy: “Dat is voor sommigen nog steeds moeilijk omdat ze twijfelen aan hun creativiteit en het moeilijk vinden om de controle die een methode geeft los te laten.”

Taalplein en Taalfontein

Met de koers op 21ste-eeuwse vaardigheden en het werken met Thinking for Learning zijn de leerresultaten omhoog gegaan en wil het team verder ontwikkelen. Het succes op de Hildernisseschool heeft zich inmiddels ook uitgebreid binnen Auris: Taalplein in Gouda en Taalfontein in Rotterdam werken op vergelijkbare wijze. En zo breidt het netwerk van Auris cluster 2 scholen die het speciaal onderwijs op alle fronten speciaal maakt zich uit!

unnamed

Leerlingen aan het woord

Sean en Yara zitten in de klas bij juf Janneke. Een project over armoede zette hen aan om zelf speelgoed te ontwerpen.

Sean: “Juf had spullen en we moesten speelgoed maken voor arme leerlingen. Ik heb dit vliegtuig gemaakt omdat ik een lege fles zag. Ik nam ook ander plastic en karton. En veel plakband. Het vliegtuig is cool. Ik weet nu dat je ook blij kunt zijn als je arm bent. Ik heb nieuwe gedachten gekregen.”

Yara: “Dit is een poedel en die heet Noodle. We praatten over wat we zouden maken. We dachten aan een dier van touw. Ik dacht aan een hond. Met grote lippen. Het was een soort avontuur. De thema’s zijn nooit gewoon. Ik leerde ook weer nieuwe woorden.”

 

 


Even bellen met juf Monique

Monique Meerlo is leerkracht op cluster 2 school Taalplein in Gouda. Ze weet als geen ander hoe je Thinking for Learning toepast bij kleuters met een TOS.

Wat zijn de extremiteiten in jouw klas?
“Ik heb een jongetje dat maar dertig woorden tot zijn beschikking heeft. Een ander meisje gaat terug naar regulier basisonderwijs, na één jaar al!”

Jij krijgt alle leerlingen aan het praten! Hoe doe je dat?
“Ik zet speelse vormen in die leerlingen uitdagen om hun taal te verdiepen, op alle niveaus. Ik leer ze actief denken en daar taal aan te koppelen. Ik zeg weleens tegen ouders dat ik hun leerlingen overlaad met ‘problemen’. Mijn dagelijkse tekst is: “Leerlingen, er is iets aan de hand! Er is een probleem! Wat gaan we daarmee doen?” “

Wat voor problemen zijn er zoal?
“Als we in de kring zitten, leg ik bijvoorbeeld drie dezelfde appels neer en ik vraag: “Welke hoort er niet bij?” Dan bedenken ze dat de één een plekje heeft of geen steeltje of op z’n kop ligt. Er komt ongelofelijk veel taal langs.”

Wat is jouw rol?
“Ik ga in het geval van de appels samen met hen actief op zoek ga naar wat anders is. Ik verras hen echt met iets wat verder gaat dan dat de kleur anders is. Zo nodig ik ze uit om actief mee op zoek te gaan en komen ze zelf met dingen. Ik zorg er ook voor dat ze niet blijven ‘hangen’: als ik teveel van hetzelfde hoor, gooi ik er wat nieuws in. Ik prikkel en werk gefaseerd. Ze hebben me enorm nodig. Een sjiek woord voor wat ik doe is ‘modellen’: ik neem ze hardop mee in mijn denkprocessen, zodat ze zich die manier van denken eigen maken.”

Hoe klinkt dat?
“Nou, daar gaat ie: Kijk! Ik heb hier een tube handcrème van Etos en één van Nivea en ik heb een flesje. Hé, nu gaan we eens even nadenken… Ha! Welke hoort er niet bij? Deze is groen. Deze is groter! Maar…. Hier kan wat in en hier kan wat in en hier kan wat in. Hé! Hier kan er aan de onderkant wat in, daar ook, maar hé! Daar aan de bovenkant! Dus die hoort er niet bij! Ooooo….. die hoorde er nou al drie keer niet bij! Nu deze! Wat kunnen we bedenken…. Ik moet nadenken. Waarom hoort déze er niet bij? Nou… zo. Ik zet de leerlingen steeds op een ander gedachtespoor.”  

Wat vergeet je nooit meer?
“We deden weer het spel ‘Wat hoort er niet bij?‘. Ik had een citroen, een banaan en druiven. Een jongen die weinig taal tot zijn beschikking had, wilde wat zeggen. Ik dacht dat hij de druiven aan zou wijzen en de kleur zou noemen, maar het was even stil en hij zei: “Veel!”. Zo raak, zo’n stap!”

Wat is moeilijk?
“Dat het soms vastloopt. Ik vraag me dan altijd af of ik nu tegen de taal aanloop of dat ik denkstappen oversla en ze daardoor kwijt raak. Soms weet ik het antwoord niet. Ik merk wel dat ik gaandeweg mijn scala aan de soort vragen die ik stel heb vergroot. Ik durf ook meer stiltes te laten vallen en los te laten wat de uitkomst moet zijn. Uiteindelijk wil je dat de leerlingen gaan praten. 

Wat zoek je?
“De perfecte balans: ze mee nemen op sleeptouw en ze ruimte geven. Je moet niet bang zijn dat de leerlingen niks kunnen omdat ze moeilijk praten. Ik had verwacht dat Thinking for Learning te talig was voor leerlingen, maar het zet aan tot taal. Dat is toch geweldig?”


Meer weten?

Kijk op www.thinking4learning.nl of neem contact op met peter.harkink@ijsselgroep.nl of hettie.lichtenberg@ijsselgroep.nl

 

NB: de namen van de leerlingen in dit artikel zijn gefingeerd