Zand en Zo - De dierentuin
Wat leren kinderen ervan?
- Rekenontwikkeling: Ordenen van dieren op soort/ afmeting, construeren van omheiningen voor de dieren, oriënteren en lokaliseren m.b.v. een plattegrond, rekentaal gebruiken.
- Taalontwikkeling: woordenschat, naspelen van een boek met behulp van illustraties.
- Beginnende Geletterdheid: herkennen van picto’s/logo’s, schrijven van teksten ( invented spelling)
Wat heb je nodig?
- Dierentuindieren zoals nijlpaarden, tijgers, leeuwen, zebra’s, beren, krokodillen, apen, zeehonden.
- Verschillende vormen kleine blokken zoals kubussen en metselstenen, bouwplankjes.
- IJsstokjes, houtschijfjes of andere stokjes voor de afrastering.
- Takken, bladeren, (kunst)boompjes, stenen, houtsnippers e.d.
- (Nep)gras (dat maak je door een afbeelding van gras te kopiëren, te lamineren en in verschillende formaten te knippen).
- Waterbak voor de waterdieren dat maak je door bv. over een lage bak blauw plastic te draperen.
- (Playmobil) poppetjes.
Wat kunnen kinderen ermee doen?
- Een indeling maken van de dierentuin (evt. met behulp van een plattegrond).
- Oudere kleuters uitdagen om zelf een plattegrond te bedenken, te tekenen.
- Hokken bouwen voor de dieren. “Passen de dieren in de hokken?”
- Hekken maken rondom een stuk gras zodat de dieren niet weg kunnen lopen. “Is de wei groot genoeg voor de dieren?”
- Rotspartijen/ bomen maken voor de klimdieren. “Welke dieren zijn dat?”
- Plek met water maken voor de waterdieren.Dieren ordenen: waterdieren, klimdieren, oerwouddieren enz.
- Dieren ordenen: moeder en kind, grote en kleine dieren.
- Paden maken waar de mensen lopen bv. met houtsnippers.
- Teksten/ logo’s maken bij de dierenhokken met de namen/afbeeldingen van de dieren.
- Picto’s maken: bv. verboden dieren te voederen.
- Teksten/ logo’s maken voor wegbewijzering met bv. de namen/afbeeldingen van de dieren.
- Een verhaal naspelen n.a.v. een boek zoals ‘Overal poep in de dierentuin- S. Smallman/ A. Gray, Veltman Uitgevers.