Interview "De Pannevogel" over onderwijs aan jonge kinderen
Interview met Sabine Starink-Schiphorst, leerkracht groep 1-2 en onderbouwcoördinator BS De Pannevogel Steenderen. Ook namens haar andere onderbouwcollega’s Monique, Janny en Manon, vertelt ze enthousiast over het onderwijs aan jonge kinderen op haar school.
De afgelopen jaren zijn jullie in de onderbouw nadrukkelijk bezig geweest om op een andere manier het kleuteronderwijs vorm te geven. Wat was de aanleiding hiervoor?
Enkele jaren geleden zijn we een fusietraject met 5 scholen ingegaan naar de huidige school De Pannevogel. Tijdens de eerste gesprekken met elkaar merkten we al snel dat we op dezelfde lijn zaten. We hebben allen een Startblokkenachtergrond, maar in de uitvoering zijn wel verschillende werkwijzen gehanteerd.
We konden onze verschillende werkwijzen samenvoegen of op zoek gaan naar een nieuwe manier van werken met eigen thema’s. Hierbij vinden wij het belangrijk dat we veel uit de kinderen zelf willen laten komen en elk kind zichzelf mag zijn. Dit sluit aan bij onze visie op het werken met jonge kinderen. Daarbij kwamen we een eind met elkaar, maar liepen ook tegen dingen aan die we niet helemaal helder kregen. We hebben toen de hulp van IJsselgroep ingeroepen en zijn met Jopie de Boer aan de slag gegaan met het traject ‘Planmatig Werken aan Doelen’ (in het kader van Opbrengstbewust spelen).
Wat kun je vertellen over deze nieuwe werkwijze?
We werken nu heel bewust vanuit de doelen en koppelen daar activiteiten aan. We gaan veel meer uit van spel, brengen meer verdieping in de diverse activiteiten en gaan uit van wat een kind zelf weet én kan. We plannen eerst zelf een aantal thema’s van ongeveer 6 tot 8 weken. Deze thema’s kiezen we bewust zodat we voldoende diepgang kunnen geven binnen de diverse activiteiten. Ook maken we bij de thema’s een globaal overzicht van de diverse subdomeinen en daar gaan we mee aan de slag bij de uitwerking van het thema. Als we daarna samen gaan brainstormen komen we op allerlei mooie ideeën, vooral als het gaat om spelen in de hoeken. We brainstormen ook met de kinderen en vragen wat ze willen weten en leren en wat ze graag willen doen. Zo beloon je ook mooie ideeën van kinderen en aan het einde van het thema halen we dit terug en vragen we of ze dit ook echt hebben geleerd. We plannen voorafgaande aan de start van het thema een lege week (parkeerweek) en dan gaan we met de kinderen al samen voorbereiden, materialen verzamelen en de hoeken inrichten. Je ziet ze dan al enthousiast worden en je zorgt voor betrokkenheid: het wordt ook echt hun thema. Niet alleen de leerkrachten zijn druk met het inrichten van de hoeken: we doen het echt samen met de kinderen.
De activiteiten noteren we ook in de dagplanning samen met het tussendoel dat hierbij aan bod komt. Dit houdt ons scherp. We zijn ons steeds bewust van wat we kinderen willen leren. We vertellen de kinderen zelf ook wat ze leren van deze activiteit. Uiteraard wel in passende bewoordingen.
Wat betekent dit voor de kinderen en voor de leerkrachten?
We zorgen voor een uitdagende speelleeromgeving, die voor de kinderen veel mogelijkheden biedt voor spel en om op eigen niveau te ontdekken en te leren. We hebben het thema voorbereid maar bieden niet alles aan, we houden heel erg rekening met waar kinderen mee komen. Je moet daarbij wel los kunnen laten en je flexibel opstellen. Als kinderen zo op ontdekkingsreis kunnen gaan, geeft dat ons veel energie. We luisteren goed naar kinderen en stellen bewust andere vragen zodat ze anders gaan denken. Soms gaan we ook rustig in een hoekje zitten en kijken naar wat er gebeurt. We merken dat kinderen nu zelf ook met veel meer vragen komen. Door onze manier van vragen stellen zien we dat ze elkaar veel helpen en ook aan elkaar vragen stellen. Doordat we ze een stukje eigenaarschap geven voelen kinderen zich gehoord. Dat is een groot verschil met zoals we eerder werkten.
Welke knelpunten/ valkuilen kwamen jullie tegen tijdens de invoering van deze nieuwe wijze van werken? Kun je ook mooie ervaringen/ parels noemen?
We kwamen niet echt knelpunten tegen omdat deze bepaalde manier van denken ons al eigen was. We gebruikten allemaal wel onze eigen documenten en werkten systematisch. De documenten die we van IJsselgroep kregen zijn uitgebreider en dat was wel wennen. Door het vaak te doen loopt het nu veel gemakkelijker en heb je de doelen al bijna in je hoofd. Ook brainstormen over het thema, deden we niet samen en dat levert zoveel meer op, je kijkt niet alleen naar een werkje maar vooral ook naar wat kinderen aanspreekt.
Een mooie ervaring is het inrichten van de themahoek ‘De boerderij’. De kinderen kwamen met allerlei ideeën want dit thema leeft heel erg hier op het platteland. Van verzorging tot poep van de dieren en welke hokken en voerbakken ze wilden maken. Ze stelden ook voor om op een muur een boerderij te schilderen zodat je goed kon zien waar de boerderijhoek was. Dat hebben we wat aangepast door de kinderen op een groot papier een boerderij te laten schilderen. De ouders waren ook meteen enthousiast en we kregen dan ook veel spullen om de hoek in te richten.
Er is ook nadrukkelijk aandacht besteed aan de doorgaande lijn vanuit de voorschool. Hoe hebben jullie dat vorm gegeven? Wat betekent dit voor de pedagogisch medewerkers en de peuters?
In onze nieuwe school is een PSZ gevestigd en daarmee hebben we nu structureel 6x per jaar een peu/kleu-overleg. De pedagogisch medewerkers worden hiervoor gefaciliteerd door hun werkgever (vanuit middelen Passend onderwijs die onze directeur beschikbaar heeft gesteld t.b.v. van de doorgaande lijn en VVE). Tijdens dit overleg is er standaard de inventarisatie van overdracht peuters, waarbij afspraken worden gemaakt over het plannen van de warme overdracht van VVE leerlingen. Verder bespreken we o.a. de planning, de uitwerking en de evaluatie van de thema’s. We hebben de planning van het overleg gekoppeld aan de themaplanning zodat we voorafgaand aan het thema onze voorbereiding goed doorgesproken hebben. We brainstormen samen, kijken naar gezamenlijke activiteiten en verdelen daarna een aantal taken. De uitwerking van het thema voor de peuters komt voor een groot deel overeen met onze werkwijze, behalve het werken aan doelen. We lopen veel bij elkaar naar binnen en er zijn korte lijnen. De peuters lopen ook gemakkelijk bij ons naar binnen en soms speelt een peuter in een hoek zonder dat wij dat in de gaten hebben. Ook afstemming met het kinderdagverblijf in het dorp is structureel vormgegeven, waarbij overdracht en samenwerking vorm krijgt.
Welke stap (pen) willen jullie nog nemen om het onderwijs aan jonge kinderen verder te optimaliseren? En hoe gaat het nu verder in groep 3?
Volgend jaar willen we werkbezoeken aan elkaar en bij de peuters afspreken, zodat we nog beter kunnen afstemmen en nog meer van elkaar leren.
Ook het thematisch aanbod willen we nog meer richten op van buiten naar binnen en van binnen naar buiten. De speelplaats biedt veel kansen om het thema te verdiepen.
Het komend schooljaar ga ik in groep 3 lesgeven. De huidige leerkracht van groep 3 (oud-klosser) heeft altijd al met hoeken gewerkt. We gaan dit nu verder uitdiepen om zo de doorgaande lijn en de doorstroom nog meer te verbeteren. We denken dan aan centrale hoeken die ook uitdagend zijn voor groep 3 en groepsdoorbrekend werken. Wellicht gaan we de taal- en rekenmethode voor een deel loslaten. Maar dat is nog toekomst.
Wij zijn ervan overtuigd dat we met deze werkwijze het optimale uit kinderen kunnen halen.
Meer informatie?
Wilt u meer informatie over Planmatig werken aan doelen in het kader van opbrengst bewust spelen neem dan contact op met Rian Helmink: rian.helmink@ijsselgroep.nl