2 3 9 vertaalcirkel 1600x640

Gedragsproblemen en klassenmanagement

Doelgroep

Voor leerkrachten die:

  • zich realiseren dat zij het verschil kunnen maken voor kinderen,
  • meer zicht en vat willen krijgen op welbevinden en het gedrag van kinderen en een groep .

Aantal bijeenkomsten

Drie bijeenkomsten en twee huiswerkopdrachten.

Doelen

Aan het eind van dit traject: (drie bijeenkomsten en twee huiswerkopdrachten)

Weet u:

  1. dat gedragsproblematiek vaak te beïnvloeden is in de driehoek: relatie, competentie en autonomie
  2. dat k(p)rachtig pedagogisch, didactisch en organisatorisch vakmanschap de basis is van uw professionele handelen
  3. hebt u zicht op uw leiderschapskwaliteiten, uw eigen kracht en uw valkuilen

Is uw overtuiging

dat jouw inzet van wezenlijk belang is voor ieder kind in de school

Kunt u:       

  • nog beter inzetten op een goede relatie met ieder kind en een groep
  • k(p)rachtige didactiek inzetten vanuit visie op goed onderwijs
  • kinderen mede-eigenaar maken van hun ontwikkel- en leerdoelen
  • de organisatie van je lessen ten dienste maken aan relatie, competentie en autonomie

Beschikt u over:

  • Een doelenlijst k(p)rachtig pedagogisch vakmanschap en didactiek.
  • Voor beschrijving van de afzonderlijke bijeenkomsten zie hier onder.

Dit volledige traject (drie bijeenkomsten en twee huiswerkopdrachten) wordt aangemeld bij het Lerarenregister om in aanmerking te komen voor registerpunten/uren. De procedure hiervoor loopt nog.

 


 

Inhoud van de cursus

Bijeenkomst  1

De relatie van de leerkracht met het kind blijkt van cruciaal belang voor het plezier waarmee een kind naar school gaat en voor de ontwikkeling die het kind doormaakt in een schooljaar. Veiligheid en vertrouwen, gezien worden, herkent en erkent worden zijn basale levensbehoeften. Als aan deze basisbehoeften is voldaan opent zich het ontwikkel-en leerproces.

Aan het eind van deze bijeenkomst:

Weet u:

  • wat de invloed is van uw op het welbevinden van het kind
  • welke wetenschappelijk bewijzen hieraan ten grondslag liggen
  • waar u uw vakvrouw(man)schap kunt verdiepen
  • waar uw kracht ligt en hoe u die uit kunt bouwen en waar u beter in wilt worden

Kun je nog beter:

  • Invloed uitoefenen op de sfeer in de klas en het gedrag van kinderen
  • De doelenlijst gebruiken als instrument voor bewustwording en verandering.

Bijeenkomst 2 

Inhoud:

Er ligt een duidelijke relatie tussen k(p)rachtige didactiek en hoe een kind of een groep zich gedraagt. Er ligt ook een duidelijke relatie tussen de visie van de leerkracht op de didactische instrumenten en doelen die zij/ hij en een kind wil halen.

Didactische modellen zijn hulpmiddelen waarbij altijd de vraag centraal staat: wat is uw bedoeling met de les, hoe gaat u dit doel bereiken en wat heeft u daarvoor nodig.

Aan het eind van deze bijeenkomst:

Weet u:

  • Dat er een duidelijke relatie ligt tussen de kwaliteit van voorbereiding van de les, de keuze van didactische instrumenten en het welbevinden en gedrag van een kind of van een groep.

Kunt u nog beter:

  • alle kinderen optimaal betrekken bij een les en hen het gevoel geven dat ze het kunnen
  • ruimte geven aan kinderen om samen te denken, te overleggen en problemen op te lossen
  • ruimte geven aan kinderen om hun eigen leerweg te gaan
  • bewezen goede didactische instrumenten in zetten als middel om de doelen, die u met de kinderen stelt
  • De doelenlijst gebruiken als instrument voor bewustwording en verandering.

Bijeenkomst 3

Inhoud:

Onrust rondom en tijdens de lesactiviteiten kan de oorzaak zijn van een ondoordachte organisatie. We gaan verkennen waar een goede organisatie aan moet voldoen.

Aan het eind van deze bijeenkomst:

Weet u:

  • dat een goede organisatie rondom uw lessen het halve werk zijn.
  • dat u gedrag en regels bij kinderen aan moet leren en dat dit enige tijd kost
  • dat u zelf het goede voorbeeld moet geven: voordoen is nadoen

Kunt u nog beter:

  • Rust in uw lessen creëren waardoor kinderen zich competent voelen, mede door de autonome ruimte die zij in kunnen nemen.